EMDR (Eye Movement Desensitisation Reprocessing)
Sinds een jaar of 15 bestaat er een therapievorm die snel en ook effectief de gevolgen van trauma's opheft. Het wordt gebruikt binnen de reguliere therapiestromingen en is wetenschappelijk onderzocht. De methode bestaat er (onder meer) uit dat de cliënt tijdens een confrontatie met het trauma een heen en weergaande oogbeweging maakt door de vingers van de therapeut te volgen. Daardoor wordt blijkbaar een proces in gang gezet dat de lading van het trauma afhaalt. Het is niet precies duidelijk is wat er op zo'n moment gebeurt. Waarschijnlijk heeft het iets te maken met linker- en rechterhersenhelft. Gebleken is wel dat als mensen aan een hersenscan liggen en de opdracht krijgen om aan een onverwerkt trauma te denken dat er dan aan de rechterkant van de hersenen een gebied actief wordt. Doen ze hetzelfde na verwerking van dat trauma (middels EMDR of een andere methode) dan wordt ook aan de linkerkant een gebied actief. Mogelijk heeft het effect daarmee te maken.
Het is overigens goed mogelijk dat het positieve effect door andere ingrediënten van de methode bewerkstelligd wordt. Met deze methode wordt altijd aangestuurd op de kern van de beschadiging die men oploopt in een trauma. Die kern bevindt zich op één van de vijf dimensies: schuld, gevaar, kwetsbaarheid, minderwaardigheid of machteloosheid. Op één van die aspecten wordt zeer direct gewerkt waarbij tijdens het doorwerken iedere keer gevraagd wordt hoe hoog de spanning op het trauma is. Ook wordt van te voren bepaald wat de tegenovergestelde cognitie is waar naar toe gewerkt wordt. Een ander ingrediënt is dat er niet te diep verbaal op zaken wordt ingegaan maar dat het vooral om 'voelen en ervaren' gaat zonder daarin weg te kunnen zakken door de voortdurende onderbrekingen. De cliënt doet in die zin ook voor een groot deel zelf het werk. Het lijkt er op dat in deze methode maximaal gebruik wordt gemaakt van het huidige 'zelf' zonder te dissociëren van de persoon van toen.
Sessies EMDR zijn vaak wel heftig maar minder pijnlijk dan regressies of herbelevingen. Tijdens het werken met EMDR kijkt een cliënt voor zich uit en concentreert zich op het centrale beeld van het trauma. Er is dan geen oogcontact met de therapeut. Iedere keer komen er dan gedachten, gevoelens en associaties op die er mee te maken hebben. Die kunnen negatief en positief zijn. Zo kun je je op zo'n moment opeens zaken realiseren die je eerder over het hoofd zag. Het is de bedoeling om te concentreren op de opgekomen associatie en vervolgens de oogbeweging een aantal malen te maken. Daardoor verdwijnt de associatie meestal weer en maakt plaats voor een volgende associatie. Op iedere associatie zou ingegaan kunnen worden en uitgangspunt kunnen zijn voor een gesprek maar de therapeut doet dat niet. Die geeft alleen de instructie de gedachte even vast te houden.
EMDR is zowel effectief bij type 1 en type 2 trauma's. Type 1 trauma is de eenmalige schokkende gebeurtenis. Type 2 trauma is de langdurige traumatisering vaak in de jeugd.
Contra-indicaties voor deze therapie zijn: epilepsie, angst voor emoties, sterke rationalisaties waardoor emoties niet opkomen. Ook bij kinderen werkt deze methode goed.