PSYCHOLOGENPRAKTIJK ‘DE ISSELT’

Leo Zeelenberg

Nijverheidsweg-Noord 60-92

3812PM Amersfoort

06-12136349

 


Gedragstherapie
Gedragstherapie is een therapie met een wat misleidende naam. Het lijkt alsof het alleen om gedragsproblemen gaat maar dat is niet het geval. Gedragstherapie richt zich op alle klachten en is feitelijk de meest toegepaste en gangbare therapie die er is. Gedragstherapie is een therapie die  wetenschappelijk te werk gaat. Er worden veel onderzoeken gedaan naar het effect en deze therapie komt er bijna altijd goed uit in vergelijking met de andere reguliere therapieën. Het is een heldere therapie die heel specifiek gebruik maakt van diverse ingrepen en wat minder gericht is op het uiten en praten. De functionele analyse van het probleem staat centraal bij gedragstherapie. In die functionele analyse wordt in kaart gebracht waardoor het probleem ontstaan is en in stand gehouden wordt. Vervolgens wordt gekeken waar dan het beste aan gewerkt kan gaan worden.

Cognitieve therapie
Cognitieve therapie houdt zich intensief bezig met de cognities (gedachten) die achter de problemen zitten. Het gaat dan om diepliggende automatische gedachtepatronen ook wel schema's genoemd. Vaak zijn die niet bewust. Bewustwording van deze cognities leidt tot de mogelijkheid van herevaluatie en loslaten. Bij cognitieve therapie leert men op een andere manier kijken naar de wereld en situaties positiever of functioneler interpreteren. Het zit dicht tegen de cognitieve gedragstherapie aan, een onderdeel van gedragstherapie.

ACT (acceptance and commitment therapy)
ACT (spreek uit ekt) is een therapievorm die zich richt op een andere manier van omgang met gevoelens omdat het de theorie heeft dat juist de vermijding van gevoelens grotendeels verantwoordelijk is voor de psychische problemen. De term commitment slaat op het hervinden van de waarden die werkelijk belangrijk zijn voor jou ipv je te laten leiden door andere gevoelens.

Focussen (Gendlin)
Focussen is een lichaamsgerichte therapie waarbij je niet meer in oogcontact bent met de therapeut maar sterk gericht bent op je interne ervaringen en leert contact te maken met de gevoelens die dieper liggen en je bepalen. Dit kan met open of gesloten ogen gebeuren. Het sluit goed aan bij ACT en heeft als uitgangspunt dat je zaken beter los kunt laten als je het helder hebt gekregen en in contact bent gekomen met de gevoelens.

Schematherapie
Uitgangspunt van de schematherapie is het idee dat iedereen overtuigingen (of schema’s) over zichzelf en andere mensen heeft ontwikkeld. Die schema’s bepalen vervolgens hoe we situaties benaderen en aanpakken. Deze schema’s kunnen positief of negatief zijn. Voorbeelden van negatieve schema’s zijn: “ik ben niet de moeite waard”, “iedereen laat me uiteindelijk in de steek” of “anderen maken misbruik van mij”. Negatieve schema’s zorgen voor vertekeningen in het denken. Ze beïnvloeden ons gedrag op een manier die voortdurend tot problemen leidt. Deze schema’s zijn vaak vroeg in het leven ontstaan en een soort tweede natuur geworden. Daarom leiden ze vaak tot langdurige problemen in het functioneren. Ze zijn niet altijd actief, worden vaak pas actief in bepaalde situaties.

NLP
NLP staat voor Neuro-Linguïstisch Programmeren. Het maakt veel gebruik van lichte vormen van trance en gaat vooral diep in op hoe mensen zaken in hun hoofd regelen. Deze therapie werkt vaak heel effectief zonder dat je precies hoeft te weten waar het probleem door ontstaan is. Inzicht in het verleden is dus niet relevant. Het gaat meer om 'wat doe ik in mijn hoofd' waar ik wat aan kan verbeteren.

Hypnotherapie
Bij hypnotherapie wordt gebruik gemaakt van uitgebreide ontspanning en kom je in een geestestoestand (die meetbaar is met apparatuur) waar vanuit je:

- de dingen anders kunt bekijken;

- beter bij herinneringen van vroeger kunt;

- je fantasie beter werkt en je beter oplossingen kunt
  bedenken;

- gevoelens kan ophalen en verwerken.

De hypnose die ik gebruik is er een waar je met je gewone bewustzijn bijblijft. Alles wat er gebeurt ben je dus bij. Het is ook mogelijk om de techniek van zelfhypnose aan te leren om thuis meer mee te doen.

Meditatie
Meditatie past voor uw gevoel misschien niet helemaal in het rijtje therapieën.
Een recent wetenschappelijk onderzoek naar het effect van diverse therapieën en ingrepen bij arbeidsgerelateerde klachten heeft echter uitgewezen dat ontspanningstechnieken nog het meest effect hebben en van deze technieken komt meditatie er nog het beste uit. Het aanleren van meditatie gebeurt in de therapie. Het resultaat komt echter vooral van de regelmatige toepassing ervan thuis.

EMDR (Eye Movement Desensitisation Reprocessing)
Sinds een jaar of 11 bestaat er een therapievorm die snel en ook effectief de gevolgen van trauma’s opheft. Het wordt gebruikt binnen de reguliere therapiestromingen en is wetenschappelijk onderzocht.
De methode bestaat er (onder meer) uit dat de cliënt tijdens een confrontatie met het trauma een heen en weergaande oogbeweging maakt door de vingers van de therapeut te volgen. Daardoor wordt blijkbaar een proces in gang gezet dat de lading van het trauma afhaalt. Het is niet precies duidelijk is wat er op zo’n moment gebeurt. Waarschijnlijk heeft het iets te maken met linker- en rechterhersenhelft. Gebleken is wel dat als mensen aan een hersenscan liggen en de opdracht krijgen om aan een onverwerkt trauma te denken dat er dan aan de rechterkant van de hersenen een gebied actief wordt. Doen ze hetzelfde na verwerking van dat trauma (middels EMDR of een andere methode) dan wordt ook aan de linkerkant een gebied actief. Mogelijk heeft het effect daarmee te maken.
Het belangrijkste verschil tussen EMDR en andere therapieën is de effectiviteit. Waar EMDR vaak met één sessie al resultaat boekt hebben andere therapieën per trauma meestal een paar sessies nodig.
Inmiddels is er een vernieuwing van de methodiek gaande die werkt met een geluid dat beurtelings links en rechts wordt gehoord en dat blijkbaar ook hetzelfde effect teweegbrengt.

Het is overigens goed mogelijk dat het positieve effect door andere ingrediënten van de methode bewerkstelligd wordt. Met deze methode wordt altijd aangestuurd op de kern van de beschadiging die men oploopt in een trauma. Die kern bevindt zich op één van de vijf dimensies: schuld, gevaar, kwetsbaarheid, minderwaardigheid of machteloosheid. Op één van die aspecten wordt zeer direct gewerkt waarbij tijdens het doorwerken iedere keer gevraagd wordt hoe hoog de spanning op het trauma is. Ook wordt van te voren bepaald wat de tegenovergestelde cognitie is waar naar toe gewerkt wordt. Een ander ingrediënt is dat er niet te diep verbaal op zaken wordt ingegaan maar dat het vooral om ‘voelen en ervaren’ gaat zonder daarin weg te kunnen zakken door de voortdurende onderbrekingen. De cliënt doet in die zin ook voor een groot deel zelf het werk. Het lijkt er op dat in deze methode maximaal gebruik wordt gemaakt van het huidige ‘zelf’ zonder te dissociëren van de persoon van toen.

Sessies EMDR zijn vaak wel heftig maar minder pijnlijk dan regressies of herbelevingen.
Tijdens het werken met EMDR kijkt een cliënt voor zich uit en concentreert zich op het centrale beeld van het trauma. Er is dan geen oogcontact met de therapeut. Iedere keer komen er dan gedachten, gevoelens en associaties op die er mee te maken hebben. Die kunnen negatief en positief zijn. Zo kun je je op zo’n moment opeens zaken realiseren die je eerder over het hoofd zag. Het is de bedoeling om te concentreren op de opgekomen associatie en vervolgens de oogbeweging een aantal malen te maken. Daardoor verdwijnt de associatie meestal weer en maakt plaats voor een volgende associatie. Op iedere associatie zou ingegaan kunnen worden en uitgangspunt kunnen zijn voor een gesprek maar de therapeut doet dat niet. Die geeft alleen de instructie de gedachte even vast te houden.

EMDR is zowel effectief bij type 1 en type 2 trauma’s. Type 1 trauma is de eenmalige schokkende gebeurtenis. Type 2 trauma is de langdurige traumatisering vaak in de jeugd.
Contra-indicaties voor deze therapie zijn: epilepsie, angst voor emoties, sterke rationalisaties waardoor emoties niet opkomen. Ook bij kinderen werkt deze methode goed.


Regressietherapie
Met deze therapie gaat men terug in het verleden om te verwerken wat (nog) niet verwerkt is (zonder dat u zich daar bewust van bent). Zonder gebruik te maken van hypnose is het mogelijk om gebeurtenissen te herbeleven, te verwerken en opnieuw te interpreteren. Er is wel sprake van trance waardoor het mogelijk is meer te herinneren dan in een gewoon bewustzijn. Door de juiste concentratie op het probleem ontstaat vanzelf trance en een opening naar de achterliggende onverwerkte gebeurtenissen.
Het is een heftige therapie die bij veel mensen heel goede resultaten geeft. Indien mensen in staat zijn om goed in regressie te gaan dan worden er problemen opgelost die vaak met andere therapieën niet opgelost kunnen worden.  Opvallend is dat het ook werkt waar andere therapieën geen resultaten boeken. Wetenschappelijk onderzoek naar het effect op ‘stemmenhoren’ en het ‘syndroom van Gilles de la Tourette’ hebben dit aangetoond.